MARTIN SNACKERS
maart 2017

Vandaag luisterde ik naar het verhaal van een oudgediende, hij is inmiddels verhuisd naar Vaesrade en heeft ook daar weer een staat van dienst als parochievrijwilliger opgebouwd: Martin Snackers.

“Mijn vader was kerkmeester en het was dus logisch dat ik als kleine jongen begon als misdienaar. Toen koster Tilmans plotseling ziek werd, werd Giel van Baardewijk koster. Toen deze in 1957 in militaire dienst moest ging men er vanuit dat ik als 14-jarige het kosterwerk overnam want ik had immers al zoveel jaar meegelopen in deze kerk.
Dat hield o.a. in dat ik ’s morgens om 6.15 uur van huis vertrok voor de eerste mis van 6.45 uur. Joep Brassé en Hans Griffijn hielpen me dan met klok luiden (moest handmatig worden gedaan) en kaarsen aansteken terwijl ik de priester hielp met de gewaden aantrekken die ik de avond ervoor had klaargelegd, voor elke mis van die dag een stapeltje. In de winter moest eerst nog de verwarmingsketel worden opgerakeld. Dan moest ik de klok opdraaien want dat was een eendags uurwerk. Om half acht ging ik naar huis, eten, en op de fiets naar de Ambachtsschool in Heerlen. Regelmatig haalde ik in de middagpauze de hosties op die door de slotzusters in Heerlen werden gebakken, voor onze kerk en de kerk in Tervoorst.
Indien er een begrafenismis was moest ik ook hiervoor de kerkelijke gewaden klaarleggen.
Als ik om vijf uur terug was van school ging ik de kleding opruimen en alles weer klaarleggen voor de volgende dag, stoken en de kerk sluiten.

Op zondagen waren de missen om 6.30, 7.30, 8.30 en om 10.00 uur. De dag voor kerstmis was ik de hele dag in de kerk om alles klaar te maken.
De bloemversiering werd in die tijd verzorgd door de huishoudster van pastoor Helgers. Ze maakte die elke zaterdag klaar in de oude sacristie waarna ik het bloemstuk op het altaar plaatste.
Met hoogtijdagen en feestdagen zoals een “eerste mis” van verschillende Nuthenaren die priester gewijd waren, was er voor een koster extra werk.
Op Paasmaandag moest ik zorgen dat er een aantal kuipen wijwater klaar stonden want dan werd (na de wijwaterwijding in de Paasnacht) heel veel wijwater gehaald voor het wijwaterbakje in huis.

De verwarmingsketel van de kerk werd in die tijd met kolen gestookt. Toen ik als koster begon lag de hele kelder vol met as. Ik heb toen, met hulp van anderen, die as in emmers naar boven gesjouwd en kolenboer Poulssen heeft de as later weggehaald: drie vrachtwagens vol.
Toen ik in 1962 in militaire dienst ging moest ik stoppen met het kosterswerk.

Ik trouwde in 1971 en verhuisde naar Vaesrade. waarna ik al snel bestuurslid werd van Harmonie St. Servatius.
In die parochie begon ik ook als vrijwilliger. In 1994 werd ik koster. Daar leidde ik de wekelijkse gebedsdiensten op woensdagavond en de avondwakes oude stijl. In 1997 trok ik de kar bij de avondwakes in een nieuwe opzet. Hiervoor had ik een paar cursussen gevolgd. Een gesprek met de familie gaf me altijd het gevoel een bijdrage te hebben geleverd in hun rouwproces.
Ook hier bracht het kosterswerk andere werkzaamheden mee: van misdienaar, acoliet, assistent, suisse, ceremoniaris, assistentie bij dopen, tot aan noodzakelijke technische klussen toe.

Als F.N.V.-vrijwilliger ben ik 25 jaar bezig geweest als belastinginvuller en nu nog steeds als ledenserviceconsulent; dit jaar ben ik 40 jaar kaderlid.
Eind 2012 ben ik gestopt met alle vrijwilligerswerk en geniet ik van mijn vrije tijd waarin ik graag vakantiereizen maak met mijn camper.”

Hier kunt u Martin Snackers ook zien als “suisse” tijdens de Gildemis b.g.v. het Marketentstertreffen op 16 november 2003 in de kerk van Vaesrade. De taak van een Suisse is om te zorgen voor orde en eerbied tijdens de eucharistieviering.



Terug