Op 15 augustus wordt het feest van Maria Tenhemelopneming gevierd. Traditiegetrouw werden onder leiding van Math van Sprakelaar de voorafgaande week en wel op 10 en 11 augustus weer de kruiden verzameld en op 12 augustus gebundeld zodat iedere kerkganger een "kroedwösj" mee naar huis kon nemen.
De kroedwösj is een bos kruiden die vanwege Maria Hemelvaart in de mis wordt gewijd en daarna in huis wordt opgehangen. In vroeger tijden wierp men bij onweer sommige delen van deze kruiden in het vuur. (Omdat op een fornuis werd gekookt en fornuis en kachel ook als verwarming dienden was er dus altijd vuur in huis aanwezig.)
Van oudsher bevat een kroedwösj dus "rookkruiden" tegen onheil, bliksem en hekserij: bijvoet en koninginnenkruid.
De andere kruiden zijn:
twee geneeskrachtige kruiden: duizendblad en boerenwormkruid;
twee broodgranen zoals tarwe en gerst (vroeger werd rogge gebruikt);
een boomvrucht: walnoot.
Totaal dus 7 stuks; dit is een heilig getal.